Bruny Island is
een klein eiland bij Tasmanie. Nou ja klein, 2x zo groot als Texel of 3x zo
groot als Tilburg en totaal zo’n 620 (Texel 13.500, Tilburg 210.000) inwoners
alhoewel dit van dag tot dag scheelt. Heel wat mensen wonen in Hobart en komen
van donderdag tot zondag naar Bruny om van het weekend te genieten. Het eiland
bestaat eigenlijk uit 2 gedeelten, het Noord en het Zuid eiland. Het noord
eiland is nagenoeg onbewoond en hier wordt voornamelijk vee gehouden. De meeste
“wegen” zijn er onverhard en het is er dus erg rustig. Het noordelijk eiland is
via een smalle strook verbonden met het zuidelijk eiland, net iets breder dan
de weg. Het is er vooral erg relaxed en een waar paradijs voor de liefhebber
van lekker eten. Bijna alles wordt op het eiland geproduceerd; Zalm, forel,
oesters, kaas, brood, lam, kip en ook nog wijn. Alles wat we hebben geprobeerd
was heerlijk en vers. Op het zuidelijk eiland is ook de meest zuidelijke pub /
hotel waar we natuurlijk een biertje hebben gedronken en gegeten. Wilanda had
de grootste kip-parmagiana die ze ooit had gehad met hele malse kip en Johan
nam de visschotel. Wilanda had een boek gelezen over het leven als vrouw van de
vuurtorenwachter op het eiland dus we hebben ook de vuurtoren bezocht. Dit is
de 3e vuurtoren die in Australie is gebouwd in het jaar 1838. Het
leven in die tijd was niet makkelijk daar, in die tijd moest men elk uur de
olie gaan bijvullen zodat de lamp bleef branden. Captain William Hawking was
voor bijna 38 jaar (van 1877-1914) de vuurtorenwachter, wat overigens wel een
uitzondering is de meeste deden dit maar voor 2-4 jaar. Hij wist toen hij weer
in de “bewoonde wereld” kwam niet wat geld was, dit had hij nog nooit gebruikt.
Ook wist hij niet hoe hij moest auto rijden! De vuurtoren is nu vervangen door
een compleet automatisch systeem en vrijwilligers vertellen wat over de
vuurtoren en het leven hier en houden voornamelijk een oogje in het zeil.
Iedereen kan zich aanmelden als vrijwilleger en dit kun je dan 2 maanden doen. Verder
hebben we wat gewandeld langs het strand en bij een verlaten camping kwamen we
plots oog in oog met een witte Walibi (klein soort kangaroe) die allen op Bruny
Island voorkomen. Best uniek dus! Het geluk was met ons want 5 minuten later
zagen we er nog een, heel apart! We hebben ook nog een boottocht gemaakt langs
de kust zo zagen we heel wat grotten aan de zee, sommige gangen zijn wel 80m
lang. Nadat we de rivier verlaten hadden was het “open oceaan” en waren er
redelijk grote golven en direct werden de eerste mensen hier een beetje ziek.
We zijn om een paar rotseilandjes gevaren waar zeeleeuwen lagen te luieren en
zonnen. Sommigen waren nieuwsgierig en kwamen gelijk kijken maar anderen bleven
lekker luieren. Een mooi gezicht, toch wel heel anders dan een dierentuin. We
vonden ze groter en zeer zeker nog steviger dan in een dierentuin maar ja, de
winter komt eraan en dan kun je hier maar beter een ‘extra’ jasje hebben. Met de
tempratuur die we nu (herfst) hier hadden besloten wij spontaan dat Antartica
niet tot onze reisplannen gaat behoren! Na vijf dagen hadden we het gezien en
hebben we de ferry genomen terug naar het “grote” eiland Tasmanie. Deze keer
hebben we Hobart links laten liggen en zijn via een rustige route via de historische
dorpjes Oatlands, Ross en Campbell Town, naar de oostkust gereden met als doel het
Freycinet NP. Voor de 1e nacht vonden we een mooie campsite, direct
aan het strand bij de zogenaamde “Friendly Beaches” in het NP. Helaas ging het
gedurende de nacht regenen en dit bleef ook de volgende dag aanhouden. We zijn
wel het NP ingereden maar hebben uistlsuitend twee korte wandelingen gedaan
maar wel met mooie uitzichten. De wandeling naar Wineglass Bay hebben we
vanwege de regen en 300 traptreden maar achterwege gelaten. De 2e
nacht maar op dezelfde campsite verbleven, waar we nog steeds het rijk alleen
hadden. De zon kwam door dus we hebben nog even lekker van het zonnetje kunnen
genieten. Toen we buiten zaten kregen we nog bezoek van een Echidna
(mierenegel) en konden we eens goed vandichtbij bekijken hoe die te werk gaan, klik hier voor het filmpje.
Heel grappig en ook weer bijzonder. De volgende dag zijn we weer vertrokken via
St Helens op weg naar Mt Willam NP. Onderweg hebben we nogmaals een wandeling
door het regenwoud gedaan, deze was kort maar wel heel mooi met goede uitleg. Wel
vonden we na afloop wat ongenode gasten op ons lichaam. Een paar bloedzuigers
en eentje had flink zijn best gedaan en wat bloed van Johan afhandig gemaakt.
De regio boven St Helens wordt door toeristen beduidend minder bezocht. Er zijn
minder verharde wegen maar de kustlijn is zeker zo mooi dan wel mooier dan het
bekende Freycinet NP. We hebben weer bijzonder mooie strandjes gezien met
glashelder water en kwamen langs het “Blue Lake” een meer waar het water
bijzonder blauw van kleur is. In het NP vonden weer een hele mooie campsite in
de duinen bij Petal Point, wederom helemaal alleen. Petal Point is zo ongeveer
de meest Noord-Oostelijke punt van Tasmanie. Hiermee hadden we ons rondje
Tasmanie bijna afgerond en met de Pasen in aantocht besloten we om maar op zoek
te gaan naar een locatie waar we een aantal nachten konden blijven staan. Pasen
is voor Tasmaniers namelijk de laatste gelegenheid van het jaar om uit kamperen
te gaan en met 2 lange weekenden achter elkaar en de schoolvakantie weer
begonnen was er enige drukte te verwachten. Min of meer toevallig kwamen we
terecht bij het VVV in George Town en die gaven ons een folder van een
caravanpark en dit was echt supergoedkoop. Even een kijkje wezen nemen en het
bleek dat het nog in aanleg was maar er was stroom en water en schone toiletten
en hete douches, wat wil je nog meer. Ja hoor er was nog plaats voor de Pasen.
Wij hebben dus direct geboekt en besloten om maar gelijk een week te blijven om
een beetje bij te komen van het rondreizen. Het was superrustig en we hebben
ons voornamelijk bezig gehouden met wandelen en geocachen. De zomer veranderd
met Pasen altijd in winter in Tasmanie zegt men alhier. Nou 1e
paasdag was voornamelijk regenachtig en de temperatuur was aanzienlijk gedaald
en de nachten werden ook koud. We waren dus best blij met onze stroom en
verwarming in de camper. Van hieruit zijn we langzaam aan vertrokken richting
Devonport waar we vrijdag 25 april weer de ferry hebben genomen naar Melbourne.
We hebben veel gezien, Tasmanie is erg mooi en super relaxed. De dag van aankomst
hebben we eerst Melbourne weer doorkruist. Dit was deze keer iets eenvoudiger
omdat het om zaterdagochtend om 6.30 uur nog niet zo druk is op de weg. We zijn
naar een Aldi buiten de stad gereden, daar hebben ze altijd grote
parkeerplaatsen hebben daar ontbeten (nee niet bij de Aldi maar in de camper)
en vervolgens boodschappen gedaan. Toen we net weer op weg waren zagen we een
bordje “boeren markt” een markt waar locale producten worden verkocht. Toch nog
maar even kijken. Natuurlijk kwamen we weer met de nodige zaken terug naar de
camper. Op de markt prijsde ook iemand de lokale Darebin Bowling Club aan, net
naast de markt, en vervolgens zijn we daar maar gaan bowlen op een binnen
bowlingbaan. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het was een bijzondere
ervaring met name doordat de bowlingbaan midden in de wielerbaan lag waar
wielrenners aan het trainen waren inclusief een motor waar ze met zijn allen
achter aan reden en een coach die stond te schreeuwen. Nou ja het stoorde ons
niet en Wilanda helemaal niet, die ging er gewoon met de 1e prijs
vandoor! Goed hoor! Op zondag hebben we de camper op een P&R terrein
geparkeerd en zijn we met de trein de stad in geweest. Ook weer een bijzondere
ervaring. Kaartjes kun je niet meer kopen. Je moet een pas kopen en daar geld
opstorten en daar reis je dan mee. In Perth hebben ze dit ook maar kun je ook
nog gewoon losse kaartjes kopen. In Melbourne werd namelijk (gewoon op zondag)
Koningsdag gevierd met Nederlandse activiteiten en vooral veel eten. De rij
voor de kroketten was superlang en gingen met tientallen tegelijk over de
toonbank. Er waren ook nog frikandellen, poffertjes, oliebollen, stroopwafels, haring,
paling, erwtensoep en zelfs oranje-tompouce. Nee, we konden het niet allemaal
op. Daarnaast waren er nog een aantal standjes met oude Nederlandse prullaria,
een draaiorgel en zelfs klompendansen zie: https://www.youtube.com/watch?v=-PaEdQ_GGiE . Al met al leuk om eens mee te maken. De
dag er na hebben we Shannons bezocht. Dit is een veilinghuis voor met name
klassieke auto’s en volgende week is de veiling maar er was nu al open dag. We
waren verbaasd, zoveel mooie klassiekers het leek wel een museum en dat zonder
entree te hoeven te betalen! Er zaten hele mooie maar ook erg aparte auto’s
bij. Vinden we hier ook onze toekomstige auto? Via internet hadden we tevens een oproep gezien voor “housesitters” in
Melbourne. Omdat we toch nog even tijd hadden en de weersverwachtingen wat
minder zijn hebben we hierop gereageerd en zijn we vanaf 29 april aan het
oppassen op een huis en een hondje. Twee maal per dag eten geven en uitlaten en
de rest gewoon niets doen. Wilanda tijd om te puzzelen en weer appelflappen te
maken en Johan weer tijd om de administratie op orde te brengen en de keuring
voor de motorhome te organiseren. Deze is namelijk in Queensland geregistreerd
en daar moeten ze elk jaar gekeurd worden. We zijn nu echter in Victoria en dan
moet je weer eerst toestemming vragen om het daar te mogen doen. Toch maar
overschrijven straks naar West-Australie, daar is namelijk geen jaarlijkse keuring
vereist!
Klik hier voor de foto's van april 2014
Klik hier voor de foto's van april 2014
1 opmerking:
Echt leuk om weer te lezen en het filmpje is echt leuk
Een reactie posten