skip to main |
skip to sidebar
Donderdag 19 juni was het eindelijk tijd om met de camper op pad te gaan. Allereerst terug naar Apollo omdat de koelkast niet goed sloot en met de tropische temperaturen op komst kunnen we dat niet hebben natuurlijk! Bij Apollo klommen ze onmiddellijk in de camper en het euvel was binnen 5 minuten verholpen. Toppie service en wij weer op pad. Vervolgens de stad uit en op naar Scarborough Beach waar we eerst onze noodzakelijk inkopen hebben gedaan en vervolgens maar gelijk onze eerste picknick aldaar aan het strand gehouden hebben en vervolgens richting Dongara. Wat ons opviel is dat alles deze keer zo groen was. Nu zegt men dat het landschap hier na een regenbui direct veranderd omdat er direct van alles gaat groeien en de vorige keer waren we in deze regio in de “droge tijd”. Rond 16.00 uur hebben we bij onze 1eAls echte Aussie’s (in spé) stelden we onze prioriteiten: Stoelen en tafel eruit, bier uit de koelkast en zitten maar! Ja, dat bevalt goed! Daarna was het tijd om de 1e maaltijd te gaan bereiden, wat Wilanda goed is gelukt! Vrijdag zijn we van Badgingarra via een mooie route langs de kust naar Greenough gereden. Onderweg hebben we bij Freshwater Point een lunchstop ingelast. Hier waren vissers druk bezig om net gevangen kreeften en krabben over te laden van de boot in een vrachtwagen met de tekst ”Alive lobster transport” (vervoer van levende kreeften), vers is hier dus ook vers! Rond 14.00 uur kwamen we aan bij Camping South Bend in Greenough. Op zich hadden we best nog een stuk kunnen doorrijden maar net voordat we vertrokken uit Perth vernamen wij dat deze camping te koop was. De moeite van een bezoek waard dus, maar dan moet je wel even goed de sfeer proeven. Deze camping had zowel staanplaatsen voor Campers en Caravans als een flink aantal stacaravans en cabins, met volgens ons een flink aantal “vaste bewoners”. De camping was ook erg ruim en zeker zeer schoon te noemen. Er zat echter ook een benzinepomp en winkel bij die beiden van 07.00 tot 19.00 uur open zijn en dat 7 dagen in de week. Daarnaast ligt de camping echt in “the middle of nowhere”, hoewel het aan de Highway 1 ligt en je dus altijd wel “aanloop” hebt. Al met al, een mooie camping maar het voldeed niet aan onze criteria.
Zaterdag zijn we eerst naar Greenough Historic Homestead geweest. Een soort openluchtmuseum met allemaal historische gebouwtjes, sommige nog heel authentiek ingericht. Wat ons opviel is dat hier alles gewoon los staat en er geen suppoost in de buurt is en toch blijft iedereen overal van af. Dat maak je bij ons niet meer mee! Onderweg naar Geraldton nog een stop gemaakt om de zogenaamde "leaning trees" op de foto te zetten. Deze eucalyptus bomen worden door de aanhoudende zuidenwind als het ware omver geblazen. Ze groeien echter gewoon verder. Vervolgens onze route vervolgt naar Geraldton. Hier hebben we een stop ingelast om brood te kopen en een theepot! Die zit namelijk niet in de standaard uitrusting van de camper (Dit terwijl er wel een oven, magnetron, waterkoker en broodrooster aanwezig zijn!). Op de vraag van de winkeldame wat voor een theepot antwoordde Wilanda onmiddellijk: The cheapest! Ofwel de goedkoopste en voor 13 dollar werden we de trotse bezitters van een hele chique design theepot, eentje met een zeefje waar zelfs losse thee in kan! Via Northampton zijn we verder gereden naar Gregory waar we een stop hebben gemaakt bij Pink Lake. Dit meer heeft in de zon een roze gloed door de Dunaliela Salila bacterie. Bij ondergaande zon kleur het meer naar paars. Een heel apart gezicht. Vervolgens zijn we doorgereden naar Kalbarri National Park alwaar we een paar uitzichtpunten hebben bekeken. In Kalbarri verblijven we 2 nachten omdat we morgen nog een aantal bezienswaardigheden in de buurt willen bekijken en ook omdat Kalbarri een van de eerste plaatsen is waar we tijdens onze tour langskomen, waar we “klimaattechnisch” ons wel zouden willen vestigen. We zijn hier 4 jaar geleden ook al geweest en wij (als leek) zien al duidelijk dat het toerisme hier in opkomst is. Vanavond wilden we eigenlijk gaan eten bij Finlays Fish BBQ, maar bij het inchecken
bij het Murchison River Caravan Park wist men ons te vertellen dat de eigenaar met vakantie was en de zaak dus gesloten. Wellicht op de terugweg! Als alternatief kozen we maar voor het “Grass Tree” restaurant en ook dit is ons goed bevallen! Grappig om te zien was ook dat aan een andere tafel een groep ging eten. Allereerst nemen die hun eigen drank mee – BYO (Bring You Own), iets wat in Australië heel gebruikelijk is echter niet voor alle restaurants. Vervolgens gaat ieder stel naar de kassa, bestelt wat ze willen eten en rekent gelijk af. Geen gezeur achteraf dus wie wat moet betalen! Het is maar wat je gewend bent. Zondag zijn we allereerst naar de “Rainbow Jungle” geweest. Hier zitten allerlei soorten papagaaien groot en klein. De meest kleurrijke combinaties die je je (misschien niet) kunt voorstellen. Paars, oranje, felblauw, alle kleuren kwamen aan bod. We hebben zelfs geleerd dat de door ons gesignaleerde zwarte Kakatoe met gele staart (Tasmanie) evenals als die met rode staart (Cape York) zeldzaam zijn en het dus uniek is dat wij die beiden hebben gezien. Vervolgens hebben we nog wat plaatsen bezocht in het Kalbarri NP. Niet allemaal want voor sommige heb je echt een 4WD nodig. Terug op de camping hebben we onze stoeltjes en wat drankjes opgepakt en zijn we naar het strand van Kalbarri gegaan waar we ons heerlijk in het zonnetje hebben geïnstalleerd. Johan meent zelfs nog een walvis gezien te hebben en dat was vóórdat hij een biertje op had. Maandag hebben we Kalbarri verlaten, nadat we ons eerst bij beide makelaars hebben ingeschreven als “op zoek naar een bedrijf” omdat we een goed gevoel hebben bij Kalbarri. Daarna zijn we vertrokken richting Denham. Weer net terug Highway 1 zagen we een bord van camping met dumpplaats voor zowel het grijs water (afvalwater) als zwart water (chemisch toilet) en hebben we deze dus eerst maar geleegd. Nou ja, het grijs water viel niet te legen, er kwam gewoon niets uit. Grondige inspectie van de manual leerde ons dat de kraan blijkbaar al die tijd open had gestaan, foutje van Apollo zou ik zeggen. We hebben hem daar nu dus maar dicht gezet. Vanaf daar is Wilanda eens achter het stuur van de motorhome gaan zitten. Na een aarzelend begin ging ze er na een paar kilometer als een echte Tina Trucker vandoor. Na 157 km zijn we gestopt voor een lunchbreak bij het “Overlander Roadhouse”. Een belangrijke stopplaats langs de HW 1, want hier is ook de afslag naar Denham. Onze volgende locatie op het lijstje, simpelweg omdat er een camping en een chaletpark te koop staat (zie ons eerdere verslag). Van af de “Overlander” is het ongeveer 120 km naar Denham. Denham ligt in “Shark Bay” en dat gebied is “Werelderfgoed”. Vier jaar geleden zijn we hier ook geweest echter, toen verbeleven we in Monkey Mia,
een resort waar de dolfijnen ’s-morgens aan de kust komen om zich te laten trakteren op een visje. Toen zijn we ook met de 4WD Francois Perron NP park ingegaan, wat een erg pittige maar mooie tocht was. Shark Bay heeft, zoals veel plaatsen in Australië, nog een stukje Nederlandse historie. De Europeaan die als eerste voet aan wal heeft gezet in WA was namelijk de Nederlander Dirk Hartog op 25 oktober 1616 (in de tijd van de VOC). Als bewijs heeft hij een bord gegraveerd en deze aan een paal vastgemaakt. Dat punt wordt nu genoemd Cape Inscription en het eiland (voor de kust bij Denham) heet “Dirk Hartog Island”. Het bord is nu in Nederland te zien in een museum en een kopie in Denham in het Shark Bay visitor’s centre. Dit hebben we dinsdag bezocht en ook hier kun je gerust wat tijd voor uitrekken. Gelukkig is het toegangsbewijs 2 dagen geldig en kun je dus gerust tussendoor even gaan lunchen! Maandag en dinsdag hebben we verder gebruikt om Denham te verkennen. Kleiner dan Kalbarri maar alle noodzakelijke voorzieningen zijn aanwezig, in willekeurige volgorde: Een café, meerdere restaurants en andere eetgelegenheden, een racebaan (nee geen formule 1!), 2 supermarkten, bottle shop (slijter), een bakker, een slager, diverse andere winkels, politiebureau, medisch centrum en niet te vergeten de zee, het strand en altijd mooi weer, alhoewel ze in mei dit jaar uitzonderlijk veel regen hebben gehad. 400 mm, dit terwijl er vorig jaar maar 4 mm was gevallen en 40 mm eigenlijk normaal is voor de maand mei. Op weg hier naartoe zeiden wij al tegen elkaar “het is hier veel groener dan de vorige keer dat we hier waren” en dat kan dus ook wel kloppen. Zowel de camping als het chalet park liggen aan zee. We hebben beiden redelijk uitvoerig bekeken en voorlopig gaat onze voorkeur uit naar het chalet park, alleen de eigenaar moet nu alles op een rij zetten of hij nu al wil verkopen of niet. Hij had namelijk de makelaar benaderd met het idee van; als er de komende tijd eens iemand komt die iets dergelijks zoekt dan…. Maar hij had niet verwacht de volgende dag al een telefoontje te krijgen. We hebben afgesproken dat hij binnen een week laat weten of hij wel of niet wil verkopen en indien dit het geval is gaan we eind juli terug om een paar dagen op het park door te brengen “voor ons gevoel” en dan zullen we kijken of we tot elkaar kunnen komen. Zolang zoeken we dus gewoon door naar andere alternatieven. Dinsdag hebben we op de camping nog een “sausage sizzle” gehad. Dit
is een soort BBQ (alleen worstjes) die georganiseerd wordt door een stel wat op de camping staat. Je koopt een broodje, met een worstje, eventueel uien en saus voor 1 dollar en de opbrengst gaat naar de “Silver Chain” een soort lokaal rode kruis die ook het medisch centrum hier bemand. Vanavond was er grote hilariteit omdat de slager, die sinds kort ook hier op de camping staat, en nieuw is in het dorp, heeft aangegeven dat de worstjes voor de rest van het seizoen door hem worden gesponsord. Dit omdat de Silver Chain enige tijd geleden zijn leven heeft gered. Bij zo’n BBQ neem je wederom allemaal je eigen drank mee en het is een leuke manier om mensen te leren kennen en natuurlijk was iedereen nieuwsgierig naar waarom wij naar WA wilden verhuizen. Het was erg leuk en leerzaam. Inmiddels zijn we aangekomen in Carnarvon de dichtsbijzijnde (325 km) grote stad (7000 inwoners) bij Denham en hier hebben ze zowaar internet!
Donderdag zijn we in de middag naar de lokale foodplaza gelopen in deze wijk waar we al vast warm hebben gegeten i.v.m. onze 2e workshop die avond. Wilanda kon maar geen genoeg krijgen van haar “Honey Chicken”. In de loop van de middag weer de stad in gegaan en hier hebben we nog wat boeken gekocht zodat we de komende weken ook wat te lezen hebben. Bij de ingang van Borders (boekwinkel) zagen we nog een boek staan met de tekst” Travelling Book, it’s fun and it’s FREE. Natuurlijk hebben we dit even bekeken en het werkt als volgt: Het boek is ooit door iemand geregistreerd op internet, leest het boek, geeft commentaar en laat het ergens achter voor de volgende lezer, die weer aangeeft waar hij/zij het boek heeft opgepikt. Zo kan een boek de hele wereld over reizen. Het leek ons wel leuk dus we hebben het boek maar meegenomen. De organisatie die dit geregistreerd is www.bookcrossing.com de BCID van dit boek is 984-5476969 en onze naam is Duuck. De 2e workshop was minder smeuïg dan de eerste maar het onderwerp was dan ook “wat komt er bij kijken als je personeel in dienst neemt” en dus een serieus onderwerp. De uitleg was duidelijk en er zijn enkele grote verschillen t.o.v. de Nederlandse wetgeving, die zeker van belang zijn.
Vrijdag zijn we naar Rottnest Island (ofwel Rotto, Australiërs korten immers alles af) geweest. Dit is een auto-vrij eiland voor de kust en een populair uitsapje. Het heeft nog een Nederlandse geschiedenis: Op het eiland komt het beest “Quokka”
voor wat in 1658 voor het eerst is gezien door de Nederlander Volkersen. Het beestje lijkt een kruising tussen een kleine kangaroe en een rat, ter grootte van een huiskat. Omdat het werd aangezien voor een rat is het eiland rattennest genoemd wat is verbasterd tot Rottnest. We hebben er een paar gezien, ‘n grappig gezicht is het, en ze zijn absoluut niet schuw. Verder hebben we een bustour gedaan over het eiland (wat maar 12 x 5 km is), we hebben in de duinen gewandeld en even op het strand gelegen. Om 16.00 uur ging de boot weer terug waarna we bij restaurant Romany van een overheerlijke Italiaanse maaltijd hebben genoten. Zelden zo lekker Italiaans gegeten en volgens Wilanda gaan we hier nog een keer eten komende week. Zaterdagmiddag hebben we weer in het zonnetje in het park hier tegenover doorgebracht. Dinsdag was het feest: de verjaardag van Wilanda! Na een ontbijt op bed (verzorgd door Johan) zijn we voor een koffiestop naar Dome
geweest voor een heerlijke cheesecake met chocolademelk! Toch nog wat Nederlands hè, we hebben de Droste cacao, en de Ruijter hagelslag en muisjes al in de winkels zien liggen alsmede blikken zuurkool! Dus zelfs dat hoeven we in Australië niet te missen, maar wellicht komt het ook omdat er in Perth zoveel Nederlands zitten en dat er daarom zoveel Nederlandse producten hier te verkrijgen zijn. Maar goed daarna op naar het West Australia Museum waar van alles over West Australia te bekijken is. We hebben er heel de middag doorgebracht en mochten er straks mensen deze kant op komen en voor ze verder reizen nog ’n dag of wat rustig aan willen doen dan is dit museum zeker een bezoekje waard. Vlakbij is ook de Art Gallery en de bibliotheek waar je gratis kan internetten. (Gewoon doen als de locals en aan een computer gaan zitten). ’s-Avonds mag bij ons de jarige altijd zeggen wat die wil eten dus de keus was deze keer helemaal niet moeilijk. Eten bij Romany… Het werd deze keer een garnalencocktail, voor allebei en spaghetti met gamba’s in milde chilisaus voor Wilanda en voor Johan Saltimbocca, een vleesgerecht. En natuurlijk voor Wilanda een toetje, dat kan niet missen, tiramisu met een cappuccino. Vele mensen in Nederland bedankt voor de e-cards, msn’s en e-mails met felicitaties ze waren allemaal heel erg leuk! Woensdag op pad om de camper te halen bij Apollo. Uiteindelijk is het toch geen
bushcamper geworden maar een gewone camper omdat we nu eenmaal vele kilometers gaan maken en dus alleen highway en goed verharde wegen zullen rijden. Wanneer het volgende verslag precies gaat komen weten we nog niet want nu is het eerst een aantal dagen rijden en komen we alleen door kleine plaatsjes en langs enkele roadhouses. Wanneer we weer kunnen internetten zullen we de volgende update erop zetten. Voor nu tot de volgende keer.
Nadat we ons visum hebben opgehaald in Berlijn ging alles echt snel. Spullen bij elkaar zoeken om in te pakken. Zondag asperges eten bij Pa en Ma. Maandag de Brasserie uitproberen (zeer geslaagd), Dinsdag een borrel drinken bij “ridder” Jan en woensdag spullen inpakken en met de buurvrouw lunchen bij wederom de Brasserie. Daarna werden we opgehaald door Brigitte, vergezeld door Pa Princee en Carin B, met de X5 (J wou daar ook wel eens in gezeten hebben!). Na een gratis overtocht met de pont i.v.m. publieksvriendelijke acties van de veermannen zijn we goed en tijdig op Schiphol aangekomen. Hier hebben we gezamenlijk nog even iets gegeten waarna we afscheid hebben genomen en onze duty free shopping zijn gaan doen. De KLM vlucht vetrok om exact 21.30 uur naar Singapore, een vlucht van zo’n 12 uur. Toen we eenmaal in de lucht waren kregen we nog een maaltijd aangeboden waarna het tijd was om te gaan slapen. Voordeel van het vertrekken om deze tijd is dat het dan ook echt zo ongeveer tijd is om te gaan slapen. Na een behoorlijk nachtrust stond er alweer een ontbijt voor ons klaar en daarna landden we op Singapore airport om 15.30 uur lokale tijd (09.30 uur NL). Om 19.25 vertrok de vlucht naar Perth, dus tijd genoeg om onze instapkaarten op te halen, even wat op te frissen en de benen te strekken. Ook deze vlucht vertrok op tijd en om 00.45 uur landen we in Perth. Een vlucht van “maar” 5 uur, op het laatst wel een beetje hobbelig. Immigratie gaat snel en efficiënt deze keer en ja hoor, we mogen binnen met onze visa! Daarna een taxi naar het appartement waar we, ook al is het midden in de nacht een uitgebreide rondleiding krijgen. De eigenaresse had zelf al wat boodschappen voor ons gedaan zodat we ’s-morgens ook wat te eten hadden. Na het ontbijt boodschappen gedaan en de buurt een beetje verkend. Daarna hebben we de CAT genomen. Een zeer handig systeem wat staat voor Central Area Transport. Een GRATIS bus die continu rondrijdt in drie verschillende lijnen: Rood, Blauw en Geel waarmee je de het grootste gedeelte van de stad doorkunt. We zijn in het centrum uitgestapt en hebben nog wat zaken aangeschaft die we straks nodig zullen hebben als we er met de camper op uitgaan. Op zaterdag hebben we wederom de CAT genomen, nu naar Kings Park. Hier hebben we een tijdje rondgewandeld.
Helaas waren de meeste bloemen uitgebloeid, dit omdat het hier inmiddels aan het eind van de herfst is (Links een Firewood Banksia, daaronder Johan die water is wezen kopen) Daarna hebben we een tijd op het gras in de zon gelegen om een beetje ons kleurtje bij te houden. Vervolgens zijn we weer de stad ingelopen.
Zondag een echte luierdag gehad, wat zitten lezen in het park tegenover het appartement. ’s-
avonds wilden we ons zelf verwennen met een steak bij het steakhouse, maar dit bleek te zijn omgetoverd in een Koreaanse BBQ met Stoomboot. Het lijkt een beetje op onze wok restaurants maar je krijgt een eigen pannetje met bouillon op tafel, je eten haal je van het “wok buffet” en dit kieper je in de pan. Vervolgens vis je het er weer uit en probeert het met stokjes naar binnen te werken. Leuk voor een keer maar niet weer was ons motto toen we de zaak hadden verlaten. Op dinsdag was het vroeg opstaan (07.00) om naar de eerste bedrijvenmakelaar te gaan. Deze bevond zich enigszins buiten het centrum dus deze keer moesten we een betaalde bus nemen. We werden door de chauffeur netjes voor de deur afgezet. Door de makelaar werden we van de nodige informatie voorzien over het te koop staande “Caravan Park” in Denham. Vervolgens zijn we doorgelopen (2 km) naar het Australische kantoor van Live Downunder om de originele brief van de toekenning van ons visum op te halen. Hier kregen we tevens alle officiële documenten mee, inclusief beëdigde vertalingen, kan altijd makkelijk zijn. Onze tas werd voller en voller. Vervolgens weer de bus genomen naar ons appartement om de tas leeg te maken voor we weer op pad gaan. Op tijd weer de stad in om naar onze eerste workshop te gaan van de SBDC (soort kamer van koophandel): “How to run a business in Australia”. Het was zeker geen saai verhaal, de docent bracht het smeuïg met duidelijke voorbeelden en de tijd vloog voorbij. Met het gevoel dat we zeker een en ander hadden opgestoken gingen we huiswaarts. Woensdag mochten we een uurtje langer blijven liggen. De afspraak bij de 2e bedrijvenmakelaar was iets later gepland en iets dichterbij en een gratis bus deze keer! Bij deze makelaar hadden we niets concreets gezien waar wilden gewoon eens informeren naar de mogelijkheden. Na een introductie van onszelf en aangegeven te hebben waarna we op zoek waren kwamen er uiteindelijk 3 mogelijk interessante bedrijven naar voren: Een park met chalets toevallig ook in Denham, en nog twee andere bedrijven in Broome. Dat was gelijk het meest noordelijk wat momenteel beschikbaar was, maar ze hebben onze gegevens genoteerd dus als er iets voorbij komt weet men ons (hopelijk) te vinden. Vervolgens op naar een “food plaza” om de inwendige mens te versterken en door naar de SBDC om nadere informatie te verkrijgen over vergunningen etc. voor het runnen van de diverse soorten bedrijven waarvan we nu informatie hadden en om de bedrijven te laten toetsen aan ons visum. Het visum is namelijk toegekend op basis van het business plan van de jeugdherberg in Kununurra die inmiddels verkocht is. Dit is echter geen probleem je mag best iets anders beginnen, maar dit moet wel worden overlegd met de SBDC. We werden vriendelijk ontvangen en nadat we ons verhaal hadden gedaan zei de betreffende dame: “No problem”, waarop wij haar een beetje vragend aankeken. Ja, zegt ze, geef me je e-mail adres maar, dan zal ik bevestigen dat het “no problem” is. Ze pakte zelfs ons dossier er nog even bij en gaf aan dat het absoluut geen probleem was. Een beetje verbouwereerd stonden we na ongeveer 5 minuten buiten, terwijl we hier ongeveer de hele middag voor hadden uitgetrokken. Zo snel en efficiënt, daar waren wij zelfs niet op voorbereid. Wij kennen alleen de Nederlandse Kamer van Koophandel en hebben daar hele andere ervaringen mee! Inmiddels is ook het betreffende e-mailtje binnen.