Dat zonnetje in
Yass was erg lekker maar de volgende ochtend was het erg fris, zeg maar koud.
Onderweg naar de uitvaart begon het ook nog eens te regenen en tijdens de
dienst zelfs natte sneeuw. Na de dienst was er een wake, vergelijkbaar met de
koffie en cake in Nederland maar dan uitgebreid met vele hapjes en naast koffie
ook de nodige drank. Men viert als het ware het goede leven van de overledene.
Toen we eenmaal weer in de camper reden begon het zelfs even flink te sneeuwen
dus besloten we maar om niet zo te ver te rijden. Na de uitvaart was ons nog
een campsite geadviseerd in een dorpje waar je zelfs gratis stroom kon
gebruiken. Nou met dit weer is dat natuurlijk niet verkeerd zodat we er toch
warmpjes bij kunnen zitten. De volgende ochtend was het weer opgeklaard en
waren we klaar voor vertrek naar de zon. Er deed zich echter een klein
probleempje voor met een onwillige zekering. Deze was voor ons
navigatiesysteem, radio en achteruitrij camera, deze laatste eigenlijk wel de
belangrijkste van het geheel. We konden de zekering natuurlijk zelf vervangen,
nadat we deze speciale maat eindelijk hadden gevonden maar deze sprong en
nagenoeg gelijk weer uit. Tja wat nu? Even via internet de Isuzu dealers
opgezocht en er was er uiteraard een in Canberra waar we nog redelijk dichtbij
waren maar de kant die eigenlijk op wilden niet. Natuurlijk gebeurde dit op
zaterdag en moesten we dus min of meer nog 2 nachten hier in de buurt blijven
om het probleem te kunnen verhelpen. Nou ja er was nog wel een en ander te zien
in de buurt en we hadden toch geen haast. Op maandagochtend, moesten we vanwege
de 6 graden vorst, eerst water koken met ons drinkwater, de “gewone” kraan was namelijk
bevroren, om ons te kunnen wassen en vervolgens de ruiten krabben. Er werden
door deze en gene al grapjes gemaakt van oh, jasje aan en muts op. Nou jou we
hadden dus echt 2 truien aan, een jas, muts en handschoenen! Daarna meldden wij
ons redelijk vroeg bij de dealer in Canberra. Deze moesten een auto-electricien
laten komen omdat ze dit zelf niet in huis deden. Gelukkig was die beschikbaar
en was hij er redelijk snel. Het probleem was snel gevonden en het bleek in de
kabel van het navigatiesysteem te zitten. Nadat het probleem verholpen was
konden we dus weer op pad, eindelijk richting de zon. Bestemming Lightning
Ridge zo’n 800km noordwaards ofwel zo’n dag of 4 rijden. Overdag was het
prachtig weer, zonnig en een strakblauwe hemel maar de nachten waren nog steeds
frisjes maar we hoefden gelukkig niet meer te krabben. Onderweg hebben we
natuurlijk wel de nodige stops gemaakt, waaronder in het dorpje Molong kunst
werd gemaakt van gerecycled materiaal. Lightning Ridge (LR) leek onze een leuke
plaats om een beetje bij te komen dus we boekten maar gelijk 7 nachten op een
camping midden in het plaatsje. Het was een leuke kleine camping met veel vaste
bewoners (veel mensen wonen hier op een camping) met diverse (oud)
Nederlanders. LR is, ondanks dat het in de middle of nowhere ligt, een leuk
plaatsje voorzien van alle gemakken. Bowlingclub, restaurants, pubs veel
winkels en vooral heel veel opaal (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Opaal). LR is wat opaal betreft een van de bekendste
plaatsen in Australie, hier wordt namelijk de unieke Black Opal gevonden. Niet
dat die zwart is hoor, nee juist heel kleurrijk maar de ondergrond is zwart
waardoor de kleuren beter uitkomen. Je kunt hier nog steeds een “mining lease”
afsluiten (eenmalig $800 en $200 per jaar) en je krijgt dan de beschikking over
een stukje grond. Hier mag je naar hartelust op graven en alles wat je vindt is
voor jou. Er worden nog regelmatig “grote “ vondsten gedaan. LR is ook een
beetje een vrijstaatje. Er wordt niet zo nauw gekeken met hoe je bouwt, woont,
de staat van de auto. Iedereen wordt een beetje vrij gelaten. Niemand weet
hoeveel mensen er wonen omdat er velen op hun eigen perceeltje in het bos
wonen. Er is ook een grote bowling club waar Johan zich weer even heeft kunnen
uitleven met zowel bowlen als pokeren en ook bij de pub heeft hij nog 2 x
gepokerd. Nee, de miljoenen zijn nog niet binnen gestroomd dus we tobben maar
gewoon door. Er was ook een heel groot “Artesian Hot Pool”, zeg maar een groot
zwembad wat continu (9 liter per seconde) wordt gevoed met water van 42 graden.
Heerlijk relaxend! Het beviel zo goed dat we nog 3 nachten hebben bijgeboekt.
Naast het relaxen hebben we ook nog wat rondgekeken natuurlijk. Er waren 4 “car
door tours” uitgezet. Routes die je zelf kunt rijden door de omgeving
aangegeven met genummerde en gekleurde autodeuren. Die autodeuren worden
trouwens ook gebruikt om aan te geven wie waar woont en andere belangrijke
zaken zoals de golfbaan! Recycling! Tevens hebben we een bezoek gebracht aan de
“Chambers of the Black Hand”. Een oude opaalmijn waar een kunstenaar in de
diverse kamers en gangen zich heeft uitgeleefd en met een botermesje vele
kunstwerken heeft uitgesneden. We hebben met hem nog even een praatje kunnen
maken, hij was nu bezig met “Nelson Mandela”.Tevens kun je hier zien hoe de
opaal gevonden word. Van LR zijn we uiteindelijk doorgereden naar de
opaalvelden van Sheepyard en Glengarry. Hier hebben we overnacht op de campsite
van het Glengarry “Hilton”, de oudste pub van de opaalvelden. Heel erg
karakteristiek. Vervolgens zijn we doorgereden naar Brewarrina waar we op een hele rustig
campsite 2 nachten hebben gestaan. Hier zagen we heel veel pelikanen en
eigenlijk hadden we ons niet gerealiseerd dat pelikanen ook in het binnenland
voorkwamen, altijd gedacht dat deze alleen aan zee zaten! Vervolgens hebben we
onze route voortgezet en men zegt dat je niet in de Outback bent geweest als je
niet in Bourke bent geweest. Nou wij vonden het allemaal wel meevallen, het zag
er allemaal heel beschaafd uit. Vanuit Bourke hebben we het Dowling Track
genomen, dit is een oude vee-drijf route naar het noorden. Eindelijk weer eens
onverhard via een lekkere rustige “weg” en veel natuurschoon, zeker na de regen
die onlangs was gevallen. Onderweg ook veel suicidale Emu’s die vlak voor je
auto nog even willen oversteken. We hebben er geen geraakt maar we hebben nog
nooit zoveel platte (dode) emu’s gezien. Bij de grens van NSW-Qld werden we
opgewacht door een heuse grensovergang die het meest leek op het “Ijzeren
Gordijn”. Normaal gesproken zijn de staatsgrenzen hier niet meer dan een bordje
“Welkom in....” maar omdat deze grens samen loopt met het “dog-fence” (een hek
om de wilde Dingo’s buiten te houden) moesten we de poort openmaken en weer achter
ons sluiten. Paspoorten waren niet nodig! Na deze grensovergang reden we door
het dorpje Hungerford en direct na het dorpje moesten we een lang stuk weg over
waar 40cm water op stond. Na zo’n 2 dagen hobbelen kwamen we terecht in het
plaatsje Eulo. Nou ja plaatsje, 3 straten, een pub, een kerk, een winkel en een
handje vol huizen. Op het welkomstbord stond te lezen “50 inwoners en 15.000
hagedissen”. Eulo is met name bekend van de natuurlijk modderbaden. Op diverse
plaatsen komt de warme modder de grond uit gebubbeld en hoopt zich op. Van tijd
tot tijd exploderen deze hopen met een enorme knal. De modder wordt echter ook
gebruikt (nadat deze gezuiverd is) voor modderbaden voor toeristen. Dit leek
ons wel wat dus wij hebben een heerlijk modderbad genomen. Eerst wordt een bad
volgegooid met heet water en daar wordt dan modder doorheen geroerd. Hier moet
je minimaal 30 minuten in blijven zitten zodat alle mineralen opgenomen worden
door je lichaam. Vervolgens moet je je zelf insmeren met iets grovere modder en
dit laten opdrogen. Als dit is opgedroogd ga je weer in je bad en kun je de
modder afspoelen. Niet vergeten je haren er mee in te smeren want dat is heel
goed! Vervolgens kun je onder een normalen douche en je zelf insmeren met een
moisturiser. En dit alles in de open lucht met zicht op zonsondergang (later
een sterrenhemel), een glaasje wijn en wat snacks. We hebben ons nog nooit zo
schoon gevoeld en Wilanda haar haren begonnen spontaan weer te krullen van de
moddershampoo. Voor meer info zie: http://www.artesianmudbaths.com.au/ We hebben die nacht heerlijk geslapen! Onze
volgende bestemming was Yowah. Een andere plaats waar ook Opaal wordt gevonden
maar de dit is de zogenaamde “boulder Opaal”. Dit zijn een soort noten die je
moet kraken en als je geluk hebt (1 op de 1000) dan zit er iets van, of heel
veel, opaal in. Hier zijn ook veel “shops” waar je opaal kunt kopen. In een van
deze winkels (een omgebouwde dubbeldekker) had men een opaal tentoongesteld die
men pas had gevonden t.w.v. $40.000, maar goed deze mensnen zoeken dan ook al
24 jaar! Natuurlijk hebben wij ook een opaal gekocht, weliswaar met een iets
ander prijskaartje! Vanuit Yowah hebben we onze route westwaards voortgezet via
de zogenaamde “Adventure Way”. Helaas is het niet meer zo’n adventure omdat het
meeste inmiddels verhard is. Dit met name vanwege de olie en gas velden die in
dit gebied liggen en het hiermee gepaard gaande vele verkeer. Van het olie en
gas gebeuren is niet veel te zien. Hier een daar een ja-knikker, die overigens
niet knikken, wat pijpleidingen en hier en daar een gebouw. Al met al geen
bedorven landschap. Het avontuur zit ‘m dus meer in het feit dat je door droog,
dor, woestijn-achtig gebied rijdt met weining verkeer en zonder voorzieningen.
Vlak voor de grens van Qld en South-Australia is een historisch belangrijk de
zogenaamde “Dig Tree” of te wel “Kamp 65” van de Burke en Wills overland
expeditie van Melbourne naar de Gulf of Carpentaria (van zuid naar noord) in
1860, totaal 19 man, 26 kamelen, 6 karren en 23 paarden. Men was vertrokken in
augustus en kwam op dit punt aan in december, ongeveer halverwege. Hier werd de
expeditie opgesplitst in 2 groepen, een zou achter blijven en de andere groep
naar het noorden vertrekken. Na 5 maanden keerde de 2e groep
’s-avonds terug op de dag dat groep 1 het kamp ’s-morgens had verlaten. Men had
echter wat “proviand” begraven en de instructies waren ingekerfd in een boom.
Na 150 jaar is een gedeelte van de tekst nog te lezen. Het hele verhaal kun je
lezen op http://en.wikipedia.org/wiki/Burke_and_Wills_expedition Tijdens onze eerdere reizen in het noorden
zijn we ook veel tegengekomen van Burke en Wills dus wij vonden het wel
interessant. Hier hebben we tevens overnacht. De volgende dag hebben we het
spoor van Burke en Wills nog wat verder gevolgd en zijn bij de plaats van het
oorspronkelijke graf van Burke aangekomen. Hij is samen met Wills later in
Melbourne (her)begraven wat de 1e officiele staatsbegrafenis van
Australie was. Na nog een klein stukje rijden kwamen we aan in Innamincka. Een
dorpje wat in de jaren 50 compleet was weggespoeld en verlaten maar door de
opkomst van olie en gas en het “woestijn” toerisme weer enigzins tot leven is
gekomen. Er is een winkel met benzinepomp en een pub. Verder zijn er openbare
toiletten en douches (tegen betaling). Het ligt op een kruising van allerlei woestijnen
en bijbehorende woestijntracks. Na dagen nagenoeg niemand te hebben gezien
krioelde het hier plotseling van de mensen. We besloten om het Strzelecki Track
(naar het zuiden) te volgen dwars door de Strzelecki Woestijn. Ook nu weer
waren links en rechts afslagen naar olie en gas bronnen. Deze keer was er iets
meer zichtbaar. Bij het plaatsje Moomba (alleen toegankelijk voor de
medewerkers) was een parkeerplaats met wat uitleg en uitzicht op de
raffinaderijen. Hier hadden we tevens weer even internet dus konden we weer
email e.d. lezen. Van daaruit ging onze reis verder naar het zuiden. Het was
echt woestijnlandshap, dor, droog en stoffig.
We hebben echter foto’s gezien van hoe nat het kan zijn, in 2010 stond
het hier helemaal onder water! Bij de Montecilla Bore (weer zo’n warm water bron)
was een mooie parkeerplaats om te camperen. Toch wel bijzonder zo midden in de
woestijn. Geen voorzieningen maar wel duizenden sterren zichtbaar aan de hemel.
De volgende dag hebben we het einde van het Strzelecki Track gehaald na 500 km afwisselend
goede gravel, zand, rotsbodem en jaja zelfs 4 x 7km en 1 x 8km asfalt!!
Volgende maand weer meer outback en woestijn!
Voor foto's van deze maand klik hier
Voor foto's van deze maand klik hier