Welkom op de weblog van Johan en Wilanda. Op deze weblog houden wij onze belevenissen Downunder bij.

donderdag 1 mei 2014

April 2014

Bruny Island is een klein eiland bij Tasmanie. Nou ja klein, 2x zo groot als Texel of 3x zo groot als Tilburg en totaal zo’n 620 (Texel 13.500, Tilburg 210.000) inwoners alhoewel dit van dag tot dag scheelt. Heel wat mensen wonen in Hobart en komen van donderdag tot zondag naar Bruny om van het weekend te genieten. Het eiland bestaat eigenlijk uit 2 gedeelten, het Noord en het Zuid eiland. Het noord eiland is nagenoeg onbewoond en hier wordt voornamelijk vee gehouden. De meeste “wegen” zijn er onverhard en het is er dus erg rustig. Het noordelijk eiland is via een smalle strook verbonden met het zuidelijk eiland, net iets breder dan de weg. Het is er vooral erg relaxed en een waar paradijs voor de liefhebber van lekker eten. Bijna alles wordt op het eiland geproduceerd; Zalm, forel, oesters, kaas, brood, lam, kip en ook nog wijn. Alles wat we hebben geprobeerd was heerlijk en vers. Op het zuidelijk eiland is ook de meest zuidelijke pub / hotel waar we natuurlijk een biertje hebben gedronken en gegeten. Wilanda had de grootste kip-parmagiana die ze ooit had gehad met hele malse kip en Johan nam de visschotel. Wilanda had een boek gelezen over het leven als vrouw van de vuurtorenwachter op het eiland dus we hebben ook de vuurtoren bezocht. Dit is de 3e vuurtoren die in Australie is gebouwd in het jaar 1838. Het leven in die tijd was niet makkelijk daar, in die tijd moest men elk uur de olie gaan bijvullen zodat de lamp bleef branden. Captain William Hawking was voor bijna 38 jaar (van 1877-1914) de vuurtorenwachter, wat overigens wel een uitzondering is de meeste deden dit maar voor 2-4 jaar. Hij wist toen hij weer in de “bewoonde wereld” kwam niet wat geld was, dit had hij nog nooit gebruikt. Ook wist hij niet hoe hij moest auto rijden! De vuurtoren is nu vervangen door een compleet automatisch systeem en vrijwilligers vertellen wat over de vuurtoren en het leven hier en houden voornamelijk een oogje in het zeil. Iedereen kan zich aanmelden als vrijwilleger en dit kun je dan 2 maanden doen. Verder hebben we wat gewandeld langs het strand en bij een verlaten camping kwamen we plots oog in oog met een witte Walibi (klein soort kangaroe) die allen op Bruny Island voorkomen. Best uniek dus! Het geluk was met ons want 5 minuten later zagen we er nog een, heel apart! We hebben ook nog een boottocht gemaakt langs de kust zo zagen we heel wat grotten aan de zee, sommige gangen zijn wel 80m lang. Nadat we de rivier verlaten hadden was het “open oceaan” en waren er redelijk grote golven en direct werden de eerste mensen hier een beetje ziek. We zijn om een paar rotseilandjes gevaren waar zeeleeuwen lagen te luieren en zonnen. Sommigen waren nieuwsgierig en kwamen gelijk kijken maar anderen bleven lekker luieren. Een mooi gezicht, toch wel heel anders dan een dierentuin. We vonden ze groter en zeer zeker nog steviger dan in een dierentuin maar ja, de winter komt eraan en dan kun je hier maar beter een ‘extra’ jasje hebben. Met de tempratuur die we nu (herfst) hier hadden besloten wij spontaan dat Antartica niet tot onze reisplannen gaat behoren! Na vijf dagen hadden we het gezien en hebben we de ferry genomen terug naar het “grote” eiland Tasmanie. Deze keer hebben we Hobart links laten liggen en zijn via een rustige route via de historische dorpjes Oatlands, Ross en Campbell Town, naar de oostkust gereden met als doel het Freycinet NP. Voor de 1e nacht vonden we een mooie campsite, direct aan het strand bij de zogenaamde “Friendly Beaches” in het NP. Helaas ging het gedurende de nacht regenen en dit bleef ook de volgende dag aanhouden. We zijn wel het NP ingereden maar hebben uistlsuitend twee korte wandelingen gedaan maar wel met mooie uitzichten. De wandeling naar Wineglass Bay hebben we vanwege de regen en 300 traptreden maar achterwege gelaten. De 2e nacht maar op dezelfde campsite verbleven, waar we nog steeds het rijk alleen hadden. De zon kwam door dus we hebben nog even lekker van het zonnetje kunnen genieten. Toen we buiten zaten kregen we nog bezoek van een Echidna (mierenegel) en konden we eens goed vandichtbij bekijken hoe die te werk gaan, klik hier voor het filmpje. Heel grappig en ook weer bijzonder. De volgende dag zijn we weer vertrokken via St Helens op weg naar Mt Willam NP. Onderweg hebben we nogmaals een wandeling door het regenwoud gedaan, deze was kort maar wel heel mooi met goede uitleg. Wel vonden we na afloop wat ongenode gasten op ons lichaam. Een paar bloedzuigers en eentje had flink zijn best gedaan en wat bloed van Johan afhandig gemaakt. De regio boven St Helens wordt door toeristen beduidend minder bezocht. Er zijn minder verharde wegen maar de kustlijn is zeker zo mooi dan wel mooier dan het bekende Freycinet NP. We hebben weer bijzonder mooie strandjes gezien met glashelder water en kwamen langs het “Blue Lake” een meer waar het water bijzonder blauw van kleur is. In het NP vonden weer een hele mooie campsite in de duinen bij Petal Point, wederom helemaal alleen. Petal Point is zo ongeveer de meest Noord-Oostelijke punt van Tasmanie. Hiermee hadden we ons rondje Tasmanie bijna afgerond en met de Pasen in aantocht besloten we om maar op zoek te gaan naar een locatie waar we een aantal nachten konden blijven staan. Pasen is voor Tasmaniers namelijk de laatste gelegenheid van het jaar om uit kamperen te gaan en met 2 lange weekenden achter elkaar en de schoolvakantie weer begonnen was er enige drukte te verwachten. Min of meer toevallig kwamen we terecht bij het VVV in George Town en die gaven ons een folder van een caravanpark en dit was echt supergoedkoop. Even een kijkje wezen nemen en het bleek dat het nog in aanleg was maar er was stroom en water en schone toiletten en hete douches, wat wil je nog meer. Ja hoor er was nog plaats voor de Pasen. Wij hebben dus direct geboekt en besloten om maar gelijk een week te blijven om een beetje bij te komen van het rondreizen. Het was superrustig en we hebben ons voornamelijk bezig gehouden met wandelen en geocachen. De zomer veranderd met Pasen altijd in winter in Tasmanie zegt men alhier. Nou 1e paasdag was voornamelijk regenachtig en de temperatuur was aanzienlijk gedaald en de nachten werden ook koud. We waren dus best blij met onze stroom en verwarming in de camper. Van hieruit zijn we langzaam aan vertrokken richting Devonport waar we vrijdag 25 april weer de ferry hebben genomen naar Melbourne. We hebben veel gezien, Tasmanie is erg mooi en super relaxed. De dag van aankomst hebben we eerst Melbourne weer doorkruist. Dit was deze keer iets eenvoudiger omdat het om zaterdagochtend om 6.30 uur nog niet zo druk is op de weg. We zijn naar een Aldi buiten de stad gereden, daar hebben ze altijd grote parkeerplaatsen hebben daar ontbeten (nee niet bij de Aldi maar in de camper) en vervolgens boodschappen gedaan. Toen we net weer op weg waren zagen we een bordje “boeren markt” een markt waar locale producten worden verkocht. Toch nog maar even kijken. Natuurlijk kwamen we weer met de nodige zaken terug naar de camper. Op de markt prijsde ook iemand de lokale Darebin Bowling Club aan, net naast de markt, en vervolgens zijn we daar maar gaan bowlen op een binnen bowlingbaan. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het was een bijzondere ervaring met name doordat de bowlingbaan midden in de wielerbaan lag waar wielrenners aan het trainen waren inclusief een motor waar ze met zijn allen achter aan reden en een coach die stond te schreeuwen. Nou ja het stoorde ons niet en Wilanda helemaal niet, die ging er gewoon met de 1e prijs vandoor! Goed hoor! Op zondag hebben we de camper op een P&R terrein geparkeerd en zijn we met de trein de stad in geweest. Ook weer een bijzondere ervaring. Kaartjes kun je niet meer kopen. Je moet een pas kopen en daar geld opstorten en daar reis je dan mee. In Perth hebben ze dit ook maar kun je ook nog gewoon losse kaartjes kopen. In Melbourne werd namelijk (gewoon op zondag) Koningsdag gevierd met Nederlandse activiteiten en vooral veel eten. De rij voor de kroketten was superlang en gingen met tientallen tegelijk over de toonbank. Er waren ook nog frikandellen, poffertjes, oliebollen, stroopwafels, haring, paling, erwtensoep en zelfs oranje-tompouce. Nee, we konden het niet allemaal op. Daarnaast waren er nog een aantal standjes met oude Nederlandse prullaria, een draaiorgel en zelfs klompendansen zie: https://www.youtube.com/watch?v=-PaEdQ_GGiE . Al met al leuk om eens mee te maken. De dag er na hebben we Shannons bezocht. Dit is een veilinghuis voor met name klassieke auto’s en volgende week is de veiling maar er was nu al open dag. We waren verbaasd, zoveel mooie klassiekers het leek wel een museum en dat zonder entree te hoeven te betalen! Er zaten hele mooie maar ook erg aparte auto’s bij. Vinden we hier ook onze toekomstige auto? Via internet hadden we tevens een oproep gezien voor “housesitters” in Melbourne. Omdat we toch nog even tijd hadden en de weersverwachtingen wat minder zijn hebben we hierop gereageerd en zijn we vanaf 29 april aan het oppassen op een huis en een hondje. Twee maal per dag eten geven en uitlaten en de rest gewoon niets doen. Wilanda tijd om te puzzelen en weer appelflappen te maken en Johan weer tijd om de administratie op orde te brengen en de keuring voor de motorhome te organiseren. Deze is namelijk in Queensland geregistreerd en daar moeten ze elk jaar gekeurd worden. We zijn nu echter in Victoria en dan moet je weer eerst toestemming vragen om het daar te mogen doen. Toch maar overschrijven straks naar West-Australie, daar is namelijk geen jaarlijkse keuring vereist!
Klik hier voor de foto's van april 2014