Begin februari
waren we druk met pakken en inpakken. Maandag 11 februari zouden we weer gaan
vertrekken en voor die tijd moest de camper compleet gepakt zijn en het huis
weer aan kant gemaakt. Er deed zich namelijk een mogelijkheid voor om ons huis voor
2 jaar te verhuren en dat geeft ons mooi de ruimte en de tijd om ons “rondje
Australie” te gaan doen.
Vanuit Denham was het eerst richting Geraldton waar we weer overnacht hebben op Coronation Beach. Een mooie stek en lekker rustig deze keer. De volgende dag even wat booschappen gedaan in Geraldton, wat Geocaches gezocht en overnacht op een andere campeer plaats “The Fig Tree” waar we ook regelmatig blijven. We dachten even het rijk alleen te hebben hier maar er kwamen iets later nog twee busjes . Vandaar zijn we doorgereden naar Dongara en daar “de normale route” verlaten en wat meer binnendoor gegaan, we hadden immers toch de tijd. In Geraldton had Wilanda nog iemand gesproken die onze camper erg interessant vond en die gaf ons nog een tip om te bezoeken: “Stockyard Gully” en deze richting gingen we net uit. Stockyard Gully is een grot van 300 meter lang, uitgesleten door het water van de rivier. Het lijkt een soort ondergrondse tunnel. Vandaar gingen we door naar Mt Lesuer NP. We hadden hier het hele NP voor ons zelf. Dit komt met name omdat dit vooral wordt bezocht in het “Wildflower” seizoen maar dat begint pas in juli maar wel lekker rustig zo. Van de “Central West Area” zijn we doorgereisd naar de zogenaamde “Wheatbelt”. Dit is een gebied 4 x zo groot als Nederland waar voornamelijk graan wordt verbouwd met slechts 72.000 mensen wonen. Honderden kilometers lang, alleen maar graanvelden, ongelooflijk. In het gebied moeten vroeger veel meren geweest zijn maar die staan nu allemaal droog en zijn grote (witte) zoutvlaktes geworden. De dorpjes zijn veelal klein, authentiek en knus. Ook staan overal oude machines gewoon langs de weg tentoongesteld of weg te roesten. Bevolking is erg vriendelijk. We zijn 2 nachten gebeleven in Cadoux een plaats waar ongeveer 15 mensen wonen en in 1979 door een aarbeving (6.2 op de schaal van Richter) is getroffen. Veel gebouwen zijn verwoest evenals de (oude) spoorlijn. Overal staan borden waar de breuken / scheuren in de grond te zien waren. In dit dorp konden we overnachten voor $5 per nacht inclusief gebruik van water, stroom, toilet en douche. En we waren de enige op deze campeerplek, wat een luxe zo met al die voorzieningen. In het dorp kun je ook grond kopen om een huis te bouwen. Slechts $500 voor ongeveer 1000 viekante meter, je moet dan wel een huis bouwen en er gaan wonen! Nou ja wie weet ooit???? Hierna zijn we doorgereden naar het plaatsje Koorda. Terwijl we hier onze koffiestop hadden kwamen er 2 mannen naar ons toe en die waren de eigenaren van het motormuseum. Dat gingen ze even speciaal voor ons open maken. Het was niet groot maar het stond propvol met een handvol klassieke, voornamelijk Australische, auto’s en andere motorische zaken. Van de Wheatbelt zijn we naar Perth gegaan. Hier hebben we wederom een paar dagen van de stadse sfeer mogen proeven. Tja, wat een overgang al die drukte. Perth wordt overigens steeds drukker. Iemand vertelde ons dat er per week 1000 mensen in Perth bijkomen dus dat schiet wel op. Na Perth zijn we weer wat zuidelijker gegaan via Pinjarra naar Waroona waar we een nacht aan een meer hebben gecampeerd en we waren weer de enige. We hebben nog een nachtje gecampeerd midden in de bossen bij Hoffmans Mill, een oude verlaten houtzagerij en ook hier waren we de enige op een hele grote campeerplaats. Vervolgens verder naar het zuiden richting Harvey wat bekend staat om de citrusplantages en waar ook de “Harvey Fresh” jus d’orange en andere vruchtensappen vandaan komen. Via Brunswick Junction verder naar het zuiden onderweg naar Wellington NP. Onderweg daarheen maakten we even een stop voor onze lunch en werden we aangevallen door de z.g. March flies. Dit zijn gemene steekvliegen en men had al gezegd dat we daar in het NP wel eens last van zouden kunnen hebben in deze tijd van het jaar. Hm, goede raad is niet zo duur dus we zijn ter plekke omgekeerd en hebben een andere route uitgestippeld. Zo kwamen we even ten oosten van Donnybrook bij een wijnboer aan genaamd Thomsonbrook Wines. Ook hier kun je gratis je camper neerzetten, natuurlijk wel even wijn gaan proeven en uiteraard hebben wij ook wat wijn ingeslagen. Een lekkere rose, een Shiraz en een Cabernet Sauvignon. We mochten zo lang blijven als we wilden gaf de eigenaresse aan. Oops, teveel gekocht???? Nou ja een gegeven paard mag je niet in de bek kijken dus we besloten om er in ieder geval een 2e nacht aan vast te plakken! Tijd om de camper een beetje op te ruimen, schoon te maken en de weblog weer bij te werken.
Klik hier op de foto's voor februari 2013
Vanuit Denham was het eerst richting Geraldton waar we weer overnacht hebben op Coronation Beach. Een mooie stek en lekker rustig deze keer. De volgende dag even wat booschappen gedaan in Geraldton, wat Geocaches gezocht en overnacht op een andere campeer plaats “The Fig Tree” waar we ook regelmatig blijven. We dachten even het rijk alleen te hebben hier maar er kwamen iets later nog twee busjes . Vandaar zijn we doorgereden naar Dongara en daar “de normale route” verlaten en wat meer binnendoor gegaan, we hadden immers toch de tijd. In Geraldton had Wilanda nog iemand gesproken die onze camper erg interessant vond en die gaf ons nog een tip om te bezoeken: “Stockyard Gully” en deze richting gingen we net uit. Stockyard Gully is een grot van 300 meter lang, uitgesleten door het water van de rivier. Het lijkt een soort ondergrondse tunnel. Vandaar gingen we door naar Mt Lesuer NP. We hadden hier het hele NP voor ons zelf. Dit komt met name omdat dit vooral wordt bezocht in het “Wildflower” seizoen maar dat begint pas in juli maar wel lekker rustig zo. Van de “Central West Area” zijn we doorgereisd naar de zogenaamde “Wheatbelt”. Dit is een gebied 4 x zo groot als Nederland waar voornamelijk graan wordt verbouwd met slechts 72.000 mensen wonen. Honderden kilometers lang, alleen maar graanvelden, ongelooflijk. In het gebied moeten vroeger veel meren geweest zijn maar die staan nu allemaal droog en zijn grote (witte) zoutvlaktes geworden. De dorpjes zijn veelal klein, authentiek en knus. Ook staan overal oude machines gewoon langs de weg tentoongesteld of weg te roesten. Bevolking is erg vriendelijk. We zijn 2 nachten gebeleven in Cadoux een plaats waar ongeveer 15 mensen wonen en in 1979 door een aarbeving (6.2 op de schaal van Richter) is getroffen. Veel gebouwen zijn verwoest evenals de (oude) spoorlijn. Overal staan borden waar de breuken / scheuren in de grond te zien waren. In dit dorp konden we overnachten voor $5 per nacht inclusief gebruik van water, stroom, toilet en douche. En we waren de enige op deze campeerplek, wat een luxe zo met al die voorzieningen. In het dorp kun je ook grond kopen om een huis te bouwen. Slechts $500 voor ongeveer 1000 viekante meter, je moet dan wel een huis bouwen en er gaan wonen! Nou ja wie weet ooit???? Hierna zijn we doorgereden naar het plaatsje Koorda. Terwijl we hier onze koffiestop hadden kwamen er 2 mannen naar ons toe en die waren de eigenaren van het motormuseum. Dat gingen ze even speciaal voor ons open maken. Het was niet groot maar het stond propvol met een handvol klassieke, voornamelijk Australische, auto’s en andere motorische zaken. Van de Wheatbelt zijn we naar Perth gegaan. Hier hebben we wederom een paar dagen van de stadse sfeer mogen proeven. Tja, wat een overgang al die drukte. Perth wordt overigens steeds drukker. Iemand vertelde ons dat er per week 1000 mensen in Perth bijkomen dus dat schiet wel op. Na Perth zijn we weer wat zuidelijker gegaan via Pinjarra naar Waroona waar we een nacht aan een meer hebben gecampeerd en we waren weer de enige. We hebben nog een nachtje gecampeerd midden in de bossen bij Hoffmans Mill, een oude verlaten houtzagerij en ook hier waren we de enige op een hele grote campeerplaats. Vervolgens verder naar het zuiden richting Harvey wat bekend staat om de citrusplantages en waar ook de “Harvey Fresh” jus d’orange en andere vruchtensappen vandaan komen. Via Brunswick Junction verder naar het zuiden onderweg naar Wellington NP. Onderweg daarheen maakten we even een stop voor onze lunch en werden we aangevallen door de z.g. March flies. Dit zijn gemene steekvliegen en men had al gezegd dat we daar in het NP wel eens last van zouden kunnen hebben in deze tijd van het jaar. Hm, goede raad is niet zo duur dus we zijn ter plekke omgekeerd en hebben een andere route uitgestippeld. Zo kwamen we even ten oosten van Donnybrook bij een wijnboer aan genaamd Thomsonbrook Wines. Ook hier kun je gratis je camper neerzetten, natuurlijk wel even wijn gaan proeven en uiteraard hebben wij ook wat wijn ingeslagen. Een lekkere rose, een Shiraz en een Cabernet Sauvignon. We mochten zo lang blijven als we wilden gaf de eigenaresse aan. Oops, teveel gekocht???? Nou ja een gegeven paard mag je niet in de bek kijken dus we besloten om er in ieder geval een 2e nacht aan vast te plakken! Tijd om de camper een beetje op te ruimen, schoon te maken en de weblog weer bij te werken.
Klik hier op de foto's voor februari 2013