Welkom op de weblog van Johan en Wilanda. Op deze weblog houden wij onze belevenissen Downunder bij.

woensdag 1 augustus 2012

Juli 2012

Op 1 juli zijn we weer in Alice Springs aangekomen. Niet voor lang deze keer, we hebben 1 nacht op een camping gestaan, voornamelijk om water bij te vullen en kleren te wassen. Tevens hebben we van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om eens uit eten te gaan ter gelegenheid van ons 26-jarig huwelijk. Op 2 juli zijn we weer op pad gegaan, deze keer naar de West MacDonnel ranges. Deze ruige bergketen ligt ten westen van Alice Springs en heeft vele mooie uitkijkpunten, gorges (berg-kloven) en veel onverharde wegen. De 1e nacht hebben we overnacht bij Standley Chasm , (‘s-Nachts  -2C) waar we een mooie wandeling (nou ja klimen en klouteren) door de kloof hebben gemaakt. De dagen erna zijn we doorgereden naar o.a Ellery Creek Waterhole. Dit water termidden van de bergen is zo koud dat er zelfs borden stonden met waarschuwingen voor het schokeffect (hartaanval etc) dit voor mocht je de neiging hebben om in het zo op het oog verleidelijke water te springen. Hierna verder naar de Ochre Pits (Ochre is een grondstof die door de Aboriginals gebruikt wordt als een soort verf) waar Ochre is vele kleuren was te bewonderen van wit tot donkerrood. Vervolgens zijn we doorgereden naar Glen Helen Gorge en Tylers pass waar je in de verte Gosse Bluff kon zien een enorm krater gat. Na te hebben overnacht in Palm Valley, de “weg” er naartoe was een waar 4wd spectakel en we waren verbaasd dat de campsite overvol was hier. Maar ja, het was nou eenmaal schoolvakantie! De volgende dag hebben we rustig gecampeerd op de camping in de Wallace Rockhole Aboriginal community. Helaas was hier op de camping na je haren ingezeepd te hebben het warm water op dus dat werd met IJSkoud water je haren uitspoelen. Om daarna nog even hoofdpijn te hebben van het koude water op je hoofd, en dan doet onze kachel goede dienst! Vervolgens zijn we weer doorgereden richting Alice Springs en hebben een 4wd track genomen via Owen Springs Reserve. Wederom een waar 4wd spectakel waarbij we veelal door een droge rivierbedding moesten navigeren. Deze kwam uit op de highway ten zuiden van Alice Springs en deze hebben we een klein stukje naar het zuiden gevolgd en vervolgens hebben we de Hugh River Stock route genomen naar Maryvale Station. Dit is een in werking zijnde Station / Farm ofwel boerderij maar wel van immense afmeting! Hier troffen we in de shop nog een Nederlands meisje aan wat hier werkte met haar Belgische vriend. Naast de weg naar Maryvale Station loopt nog een track. Dit is het race track van de Finke Desert Race, een race van ruim 200km onverhard van Alice Springs naar Finke op de 1e dag, en in tegenovergestelde richting de 2e dag. Na Maryvale Station weer richting Alice Springs gereden deze keer via The Old Ghan Track. Dit is een track over het voormalige spoorwegtraject van de Ghan, de nieuwe Ghan rijdt over een heel nieuw spoor. Zo’n 40km voor Alice Springs hebben we “in de bush” gekampeerd op een serviceplaats van de Finke Dessert race. Hier hebben we tevens wat zooi opgeruimd die mensen hadden achter gelaten na de race. Een heerlijk rustig plekje (nu)! Vervolgens was het weer tijd om weer terug te keren naar Alice Springs het water was weer nagenoeg op en er moest weer gewassen worden! Tevens moest Johan “even” op en neer naar Perth voor een controlebezoek aan het ziekenhuis. Door de vertraging met de camper raakten we wat achter op schema en was dit de eenvoudigste oplossing. Nadat Johan weer (goedgekeurd) was teruggekeerd in Alice Springs zijn we op pad gegaan naar het “Red Centre”. Het rode midden van Australie voornamelijk bekend vanwege Ayers Rock of Uluru zoals de Aboriginals dit noemen. De officiele naam is tegenwoordig trouwens Uluru / Ayers Rock.  Eerst zijn we naar Kings Canyon gegaan via de Henbury Crater (eerder bezocht in 1998) en hebben gekozen om de onverharde route te volgen naar Kings Canyon. Nou dat was geen goede keuze. Zeer veel hobbels en niets te zien, maar goed wel 150km korter! Vlak voor Kings Canyon hebben overnacht zodat we ’s-morgens vroeg de canyon konden bezoeken. Dit is volgens de Australiers te vergelijken met de Grand Canyon in Amerika. We hadden pech, het regende dus het was niet verstandig om de wandeling over de rand van de canyon te maken, het pad omhoog is stijl en glibberig en misschien voor ons wel gewoon te stijl! We hebben wel de wandeling door de kloof gemaakt. Van hier zijn we doorgereden richting Ayers Rock. Onderweg zagen we al Mt Connor opdoemen, een van de 3 Monolieten in deze regio. Een monoliet is een berg/rots die bestaat uit 1 geheel. Mt Connor is de 1e monoliet die je ziet vanuit Alice Springs en mensen die deze zien denken vaak dat het Ayers Rock is. We zijn gestopt bij Curtin Springs (weer een operationeel Cattle Station) wat ook wel een Oase in de woestijn wordt genoemd. Hier mocht je gratis camperen (douches $3 pp) en we bleven hier dus maar weer 2 nachten zodat we weer konden wassen en gewoon een dagje relaxen. Hier hadden ze vele soorten vogels in kooien zitten, veelal gewond gevonden. Daarnaast hele grote cactussen en een hele verzamelingen restanten van koeiekoppen. Vervolgens verder op weg naar Ayers Rock, de 2e monoliet. Ook hier waren we in 1998 al geweest. De rots zelf was niet veel veranderd maar alles er omheen was veel commercieler geworden. Om eerlijk te zijn, niet meer zo leuk als voorheen alhoewel de rots natuurlijk immens blijft. De dag erna zijn we doorgereden naar de Olgas ofwel Katja Tjuta de 3e monoliet. Ook hier hebben we een wandeling gemaakt  “De Valley of de Winds” zo wordt het hier ook wel genoemd. Nou het deed zijn naam eer aan, een harde koude wind die gierde door de kloof heen.  We kwamen allemaal mensen met dikke jassen en mutsen op tegen... De Olgas zijn minder bekend maar zeker zo indrukwekkend als Ayers Rock. Vanaf hier werd onze route weer onverhard voor de volgende 1000km of zo. Vanaf de Olgas moet je trouwens 2 vergunningen hebben om via Aboriginal land te mogen rijden. De eerste vanaf de Olgas naar Docker River (de grens NT – WA) en vervolgens een vergunning om in WA de Great Central Road (wat een naam!) te mogen berijden. Deze vergunningen zijn via internet en een paar telefoontjes gratis te krijgen. De enige toegestane overnachtingsplaats op het 1e stuk is Kaltukatjara Campground (ofwel Docker River). Dit was aangegeven als een campground met water, toiletten en douches voor een kleine vergoeding. Helaas hebben enige tijd geleden hier de vandalen toegeslagen en zijn de zonnepanelen en de pompen om het water te pompen gestolen. Er hing een briefje met verontschuldigingen van de ranger en nodigde ons uit om gebruik te maken van de campground, zonder kosten! Vervolgens op weg naar WA. We merkten direct een groot verschil met NT. De weg door het NT was superslecht, wat een verademing om in WA te rijden. Weliswaar nog steeds onverhard maar heel goed te berijden. Midden in de rimboe was plotseling een stuk weg van ongeveer 35 km geasfalteerd. Waarom hier? We weten het niet. Nabij het Warakurna Roadhoudse hebben we Het Giles Meteorological Station bezocht. Hier hebben ze een bezoekers informatie centrum die je van alles vertreld over het weer. Dit weerstation is het meest afgelegen weerstation van Australie. Naast het weerstation staat een stuk van een raket die ooit gelanceerd is en die hier vlakbij is gevonden. We hebben overnacht op de Yarla Kutyarra Campsite. De volgende dag zijn we doorgereden naar Warburton, een gesloten Aboriginal Community maar met een roadhouse wat voor iedereen toegankelijk is. Hier hebben we de duurste diesel getankt tot nu toe! $2.43 per liter tegenover $1.40 in Perth. Reden voor dit prijsverschil zijn de transportkosten. Hier hebben we tevens water opgevuld. Tip van een mede-campeerder als je ergens tankt gewoon water vragen, meestal krijg je dit zonder problemen! En inderdaad, geen probleem, goed om te weten dus. Hier hadden we tevens internetverbinding dus tijd om even de mail te lezen, Google Latitude en onze gevonden Geocaches bij te werken. Deze nacht hebben we gecampeerd bij het Tjukayirla Roadhouse, tegen betaling maar wel met hete douches! Onze route vervolgend, al Geocachend, kwamen we uit bij een Geocache locatie welke zich bevond nabij Jutson Well. Dit is een soort poeltje waar water in staat wat door middel van een windmolen wordt opgepomt. Aan de vele sporen van dieren kon je zien dat hier veel dieren komen drinken. Alhoewel het nog redelijk vroeg was besloten we om hier te overnachten en eens te kijken wat we allemaal zouden zien. We stonden nog maar net en de eerste Emu’s waren al in aantocht. Nou hebben we onderweg al veel Emu’s gezien en kunnen we die in Denham ook zien, maar deze hadden hele jonge Emu kuikens bij, alsof ze net uit het ei waren gekropen. Vervolgens kwamen er een Kangaroe, een Dingo, honderden Galahs en nog honderden vogels, iets wat het meest lijkt op duiven. Hiervandaan zijn we doorgereden naar Laverton wat het eindpunt was van de Outbackway. ! Eind juni stond de kilometerteller van onze camper op 11.500km en inmiddels zijn we de 16.000km gepasseerd. Niet slecht voor net 2 maanden! Bij het bezoekerscentrum van Laverton vonden we een interessant boek met een 4wd route die ons wel interessant leek, een route door de voormalig “goudvelden” zie: http://www.goldenquesttrail.com/ . We hebben het boek maar direct aangeschaft en hebben besloten deze route later eens te gaan rijden en misschien nog wat goud te gaan zoeken. Van hier was het via Leonora, Mount Magnet en Geraldton naar Denham nog wel ongeveer  1000km. Het eerste gedeelte van de route ging geheel door mijnbouw gebied. Heel indrukwekkend al die grote gaten (open cut mine) en al die bergen door mensen gemaakt van spul wat ze uit de grond halen en niet kunnen gebruiken. Al geocachend onze route vervolgend kwamen we bij het Australian Defence Satellite Communications Station. Vanaf een uitkijkpunt kun je dan de communicatie satelietten en enkele gebouwen zien. Dat dit inderdaad goed bewaakt werd bleek wel toen we eerst de geocache gingen zoeken. Blijkbaar waren we uit beeld? En of gehoor? Want in no time hoorden we eerst een andere auto en hoorden mensen praten. Dachten we nog o, nog meer bezoekers of geocachers laten we maar opschieten. Dat was al niet meer nodig ze hadden ons al gevonden! Hoezo big brother is watching you... Hierna zijn we doorgereden naar Denham waar we eerst ons huis zijn gaan bekijken. Dit zag er goed uit en op de keuken na klaar. Alles was netjes licht geschilderd van binnen (was bruin), overal nieuwe lampen en de boiler op zonneenergie was aangesloten.  Een beetje schoonmaken en met behulp van Dennis onze goede vriend hebben we de 2e dag het bed geplaatst zodat we al in het huis konden slapen. Donderdag kwam de keuken, op zaterdag de wasmachine en de vaatwasser. We waren van plan om op zaterdag ook de slaapkamerkast op te zetten die we in het vorige huis niet kwijt konden. Maar ja waar begin je dan he als je dit zelf nooit hebt gedaan, Dennis geen idee had van Europese kasten bouwen en er was geen beschrijving voor handen. Gelukkig was er mijn onze Jan die de kast al eens uit elkaar en weer in elkaar heeft gezet die ons op het jusite spoor heeft gezet. En dan is het ineens eigenlijk allemaal heel logisch en simpel.  Inmiddels zijn we aardig op orde er zijn nog maar een paar dozen uit te pakken en nog wat kleine klusjes te doen zoals schilderijtjes ophangen. Het uitpakken van de dozen die we (bijna) 4 jaar geleden niet hebben uitgepakt leverde nog de nodige verrassingen op. Een leren jas, een gala jurk, een kostuum, jeetje dat hadden we dus ook nog!
Klik
hier voor foto's van afgelopen maand.