Welkom op de weblog van Johan en Wilanda. Op deze weblog houden wij onze belevenissen Downunder bij.

zondag 1 juli 2012

Juni 2012

Nou Adavale was leuk. Zo leuk dat we onverwachts nog een dagje extra zijn gebleven! Vol goede moed reden we ’s-Morgens vroeg weg maar na ongeveer 3 meter rijden zakten we bijna tot onze assen in de modder. Het was namelijk ’s-nachts gaan regenen en alles was veranderd in een grote blubzooi. Niet rondom de camper, maar een paar meter verder. En omdat we niet in 4wd stonden hadden we dus onze eerste vastloper! We zijn direct gaan graven, banden leeg laten lopen, hout en stenen onder de wielen. We waren er bijna uit toen we versterking kregen. Een heel klein rukje van een 4wd en we waren er uit. Er werd wel geadviseerd niet op pad te gaan omdat de “wegen” rondom Adavale door de vele regen niet meer in goede staat zouden zijn. We zijn dus nog een nachtje extra in Adavale gebleven. De volgende dag konden we weer op pad, weliswaar via de “red road” omdat de “black road” nog steeds onbegaanbaar was. Beide wegen zijn onverhard maar het rode zand verzakt minder dan het zwarte zand. Dus zo kwamen we in Quilpie terecht waar we eerst nog even wat extra gereedschap hebben gekocht. Ko nog bedankt voor het lenen! Vervolgens op weg naar Windorah. Hier kregen we te horen dat de weg naar Winton was afgesloten (wederom vanwege de regen) en dat we dus via Longreach moesten omrijden via verharde weg. We besloten maar om de adviezen op te volgen! Vanuit Winton hebben we een uitstapje gemaakt naar Lark Quarry. Hier schijnen de sporen te zijn van een Dinosaurussen Stampede. Volgens wat men heeft kunnen herleiden aan de sporen (van 65 miljoen jaar oud!!) waren hier wat kleinere soorten dinosaurussen water aan het drinken toen er plots een hele grote Dino op ze afkwam. Dit deed de andere dinsoaurussen alle kanten op rennen en die sporen zijn bewaard gebleven in de klei c.q. rotsen. Overigens is de film Jurassic park hierop gebaseerd. In de hele buurt daar zijn veel overblijfselen van Dinosaurussen ontdekt sinds de jaren 60. Er worden jaarlijks nieuwe sporen en botten / overblijfselen gevonden. De gevonden skeletten zijn, naar men zegt, completer dan wat ze in Amerika hebben gevonden. We hebben heel wat botten gezien inmiddels en iedere steen die we nu oprapen bekijken we aandachtig om te zien of er sporen te zien zijn van Dino’s. Vervolgens hebben we overnacht bij het “Hilton Hotel” in Middleton. Middleton is een plaatsje met slechts 2 inwoners, de eigenaren van het Middleton hotel! Tegenover deze gelegenheid hebben ze een stuk grond wat ze hebben omgedoopt tot “Hilton Hotel” met als slogan: No Service, No charge! Dat stond ons wel aan. De maaltijd die we daar kregen voorgeschoteld was bijzonder groot en goed en ook nog eens goedkoop. Echte “outback gastvrijheid”. Vervolgens ging de route naar Boulia waar we het mysterie van de Min-Min lichten hebben bezocht. Dit was een soort levende voorstelling omtrent dit fenomeen. De min-min lichten zijn voor het eerst gezien begin 1900 nadat het Min-Min hotel was afgebrand. Verschillende mensen zeggen de lichten te hebben gezien en allemaal hebben ze er een andere verklaring voor. Heel mysterieus maar het schijnt nog steeds voor te komen. De route liep verder via de Donohue Highway ( nee, geen asfalt gewoon, zand, gravel en rotsen) naar Tobermorey Station (inmiddels aangekomen in het “Northern Territory” waar we hebben overnacht. De volgende dag zijn we doorgereden naar Jervois Station. Beide stations (grote boerderijen) zijn een soort pleisterplaats voor terroristen waar je kunt tanken en overnachten omdat er verder langs de weg helemaal niets is. Vanaf Jervois station zijn we doorgeden naar Gemtree caravan park waar we weer na ongeveer 1500km op de verharde weg kwamen in een echt caravan park, met zowaar inernet. Overigens hebben we hier vaker internet dan telefoon!Niet altijd even snel maar geduld is een schone taak, en n paar minuten ahum wachten op de verbinding is nog altijd beter dan niets. Bij dit caravan park kregen we wat toeristische informatie over de omgeving en de volgende dag zijn we via (een gedeelte van) het Binns Track naar Ross River Homestead gereden (ook een grote boerderij) waar we ’s-avonds als gasten met de pot mee konden eten. Dit was weer een aparte gewaarwording, maar wederom goed eten! De volgende dag hebben we Trephina Gorge (kloof) bezocht waar  we eerst de kloofwand zijn opgeklommen en zo om de kloof heen gelopen om vervolgens weer af te dalen en door de bedding van de (bijna) droge rivier terug te lopen. Een erg mooie tocht met adembenemende uitzichten. Na deze wandeling zijn we doorgereden naar Alice Springs. Alice Springs is vergeleken met 14 jaar geleden erg veranderd. Voor groter en rommeliger geworden. Heel veel hebben we echter niet gedaan aldaar omdat de weer terug moesten naar ons vertrekpunt omdat de camper voor onderhoud weg moest. De truck zelf had nog wel hier gekund maar voor het campergedeelte was er niemand alhier die het aandurfde om een en ander aan te pakken. We zijn maar teruggereden naar de leverancier via de snelste (maar zeker niet kortste) route om daarna later weer terug te gaan naar Alice Springs via weer een andere route. Onderweg kregen we bij wegwerkzaamheden een lading steentjes tegen onze voorruit van een roadtrain met als gevolg een scheur in de ruit. Op maandag waren alle onderhoudszaken snel opgelost. We hebben de camper bij de camperbouwer gelaten en zij hebben deze de volgende dag naar de Isuzu dealer gebracht voor de onderhoudsbeurt en en de nieuwe ruit. Op dinsdag rond 17.00 uur konden we deze ophalen om onze reis te vervolgen. Maar niet voor lang! Toen we wegreden bij de dealer hoorden we direct een hele hoge fluittoon langs de ruit komen. Wij direct terug en iemand ging mee om te luisteren. Nee dat was niet goed! Of we de volgende ochten maar even om 8 uur langs wilden komen. Zo gezegd zo gedaan en ’s-morgens heeft men tape op de rubbers geplakt en het gefluit was weg. De rubbers waren dus de oorzaak dus nu moest de ruit opnieuw gezet worden. Hiervoor moesten we naar de lokale ruitenboer gaan, dit deden ze namelijk niet zelf. Nogmaals luisteren hier en er zat maar een ding op. De ruit er uit en opnieuw plaatsen! Nou ja keus hadden we niet natuurlijk. Dit zou ongeveer 2 uur duren. Na 2 uur hebben we ons weer gemeld maar omdat we snel weer zover weg wilden en ze geen verdere problemen wilden moesten we toch nog maar 2 uur wachten. Maar goed, in je eigen huis op wielen kun je altijd wel iets doen om je bezig te houden. Na nog 2 uur te hebben gewacht wilden ze ons eigenlijk nog niet echt laten gaan maar we mochten in ieder geval wel naar de camperbouwer rijden. We hadden namelijk gemerkt dat de koelkast deur niet goed sloot tijdens onze reis en dit was nog niet opgelost. Dit werd ter plekke nogmaaals bekeken en er werd direct druk gebeld met de leverancier van de koelkast. Er kon een nieuwe worden geplaatst, die ze gelukkig op voorraad hadden. Er was echter 1 probleem. Het was al 15.00 uur, dus dat werd wel morgen.... Nou ja goede raad is duur en de camper dus maar weer daar gelaten wat toch beter was voor de ruit en werden we weer naar ons hotel gebracht voor de inmiddels 4e nacht. Donderdagochtend konden we dus eindelijk onze reis voortzetten. Allereerst hebben we onze post opgehaald in Yatala en vervolgens zijn we via een andere route aan de (2e) reis naar Alice Springs begonnen. Dit keer gingen we eerst wat verder naar het noorden zodat het minder koud zou zijn en we op deze manier veel wegen met wegwerkzaamheden zouden omzeilen. De route was minder snel, alhoewel we zonder de werkzaamheden wel goed konden opschieten, maar we kwamen allerlei leuke dorpjes tegen en tevens waren er meer Geocaches onderweg dan via de andere route. We hebben veelvuldig gebruik gemaakt van gratis campeer gelegenheden, zowel ons navigatie systeem als Geocaching brachten ons op de meest fantastische campeerplaatsen. In Ilfracombe hebben we een nacht op een camping gestaan zodat we konden wassen, watertank vullen en het dorpje uitgebreid bekijken. Er was hier veel te zien, oude huisjes, oude auto’s en ze hadden hier ook een “Natural Spa” oftewel een groot bubbelbad gevoed door heet bronwater wat zo uit de grond komt. Altijd lekker. Nadat we Queensland weer hadden verlaten besloten we om in het Northern Territory weer wat meer off-road te gaan. De 1e mogelijkheid was echter afgesloten dus moesten we nog een stukje verder via de highway naar Tennant Creek. Daar hebben we nog een oude (goud)mijn bezocht. Een indrukwekkend gat was achtergelaten door het afgraven maar het was dan ook de grootste goudmijn van Australie. Na Tennant Creek kon het off-road werk weer beginnen en zijn we via de Davenport Ranges gereden. De 1e overnachting was bij de Whistling Duck campground naast een nagenoeg droge rivier. De 2e dag zijn we doorgereden naar Policemens Waterhole waar een overvloed aan water was. Dit zijn de enige toegestane campeerplaatsen in de Davenport Ranges en omdat het een National Park is moet je per persoon $3.30 betalen via een zelfregistratiesysteem en geld deponeren in een envelopje in een stalen pijp. Op beide plaatsen heeft iedere campeerplaats een eigen barbeque en een tafel c.q. bank. Het was er erg rustig dus we hadden bijna het rijk alleen. Wat een rust en wat een stilte! Vervolgens hebben we een deel gevolgd van de “Binns Track” een oude veedrijfroute door en over de Davenport Ranges. Best ruig, maar goed te doen. Terug op de highway hebben we nog een uurtje gereden en weer op een parkeerplaats langs de weg overnacht. Klik hier voor de foto's